Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het geschiedde, als Hij in een dier [14]steden was, ziet, er [was] een man vol melaatsheid; en Jezus ziende, viel hij op het aangezicht, en bad Hem, zeggende: Heere! zo Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. 14. Hoewel de melaatsen in de steden niet mochten wonen, zo schijnt nochtans dat zij in dezelve wel komen mochten, mits roepende: onrein; Lev.13:45; hfdst.17 vs.12.